Positieflijst, is er al nieuws?

De nieuwe positieflijst, waar de Campbelli op mist, hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van vele fokkers. Ik schreef er ook al eerder over. Ook veel Campbelli-liefhebbers zien het somber in. Er zijn relatief weinig fokkers in Nederland, dus zelfs door samen op te trekken, kun je niet echt heel veel bereiken. Gelukkig zijn de meeste fokkers ook lid van de KLN, die nu (eindelijk!!) Met KleindierNed een reactie heeft gegeven richting de Tweede Kamer.

Betekent dit dat de positieflijst er niet doorkomt?

Nee, was het maar zo’n feest. De KLN heeft (als onderdeel van KleindierNed) een brief geschreven naar de Tweede Kamer om duidelijk te maken waarom bepaalde knaagdieren WEL op de lijst zouden moeten worden en daarmee wordt vaak vergeleken met de andere dieren die ook op de lijst staan.

Wat zegt de KLN dan precies?

Weerwoord-positieflijst
Bron: KleindierNed (de stekelmuis is van Mitchel Hoek van Hamstery Di Angolo)

Het bericht van de KLN is hier terug te lezen. Daar wordt ook gelinkt naar de volledige brief inclusief bijlages die verstuurd is door KleindierNed. Op 26 januari wordt er gedebatteerd door de commissieleden van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het is op het moment van schrijven nog niet duidelijk of het debat online gevolgd kan worden. De voorzitter van de KLN heeft samen met KleindierNed overleg gehad met verschillende kamerleden over de positieflijst.

De brief in het kort uitgelegd

Bij de brief horen twee bijlages. De Campbelli’s zijn onderdeel van de eerste bijlage. De tweede bijlage gaat uitsluitend over Chinchilla’s. De bijlages zijn nog veel uitgebreider dan de brief zelf, dus het is de moeite waard daar even in te lezen.
Eigenlijk beslaat de brief vijf punten, waarvan niet alles ook van toepassing is op de knaagdieren. Ook het damhert, dat bij veel kinderboerderijen aanwezig is, staat namelijk niet op de lijst. De punten die genoemd worden zijn:

Toetsingskader

Het toetsingskader bestaat uit drie losse delen waaruit blijkt dat er verkeerd getoetst is. Allereerst wordt er gekeken naar domesticatie. Het Adviescollega dat de lijst heeft opgesteld, heeft gekeken naar wetenschappelijke literatuur. Dat is op zich prima, maar als er maar weinig onderzoek naar dieren gedaan is, moet je verder kijken dan dat. Domesticatie is een proces dat altijd doorgaat. Het Adviescollege houdt alleen rekening met hun eigen definitie hiervan, op basis van de beperkte literatuur.
Er werd ook gekeken naar zoönosegevaar. Een zoönose is een ziekte die van een dier overgedragen kan worden op een mens. Het Adviescollege gaat uit van de ‘haalbaarheid van beheersmaatregelen’. Er is niet gekeken naar hoe vaak mensen ziek zijn geworden van dieren. Daar zijn ook niet veel cijfers over. Omdat kleine knaagdieren vaak thuis gehouden worden, is de kans op een zoönose heel klein. De werkelijkheid achterhaalt dus in dit geval de theorie.
Ook diverse leefomstandigheden zoals voedselopname, ruimtegebruik en sociaal gedrag wordt meegenomen. Er wordt niet gekeken of de risico’s eenvoudig te verminderen zijn. Het uitgangspunt is dat elke Nederlander het dier moet kunnen houden. Maar veel van de factoren die genoemd worden zijn zo makkelijk op te lossen dat het risico niet groter is dan bij andere dieren die wél op de lijst staan.

Beoordeling dieren

Het Adviescollege heeft geadviseerd om diersoorten die al jaren, soms zelfs eeuwen als huisdieren gehouden worden op de lijst te plaatsen ook al zijn er risico’s aan het dier verbonden. Daarom staat het paard wel op de lijst, maar bijvoorbeeld het damhert en het edelhert niet. Deze drie dieren vallen in dezelfde risicocategorie. Het verschillend beoordelen van dieren met een beroep op langdurig samenleven met mensen is niet altijd objectief wetenschappelijk, maar lijkt vaak vooral praktisch te zijn. Het kan volgens KleindierNed niet zo zijn dat daardoor dieren niet opgenomen worden op de positieflijst.

Damhert

Het derde punt gaat vooral over het damhert, dus dat laat ik hier achterwege.

Kleine knaagdieren

Het grootste punt waar de kleine knaagdieren tegenaanlopen is dat ze niet als huisdier gezien worden, maar worden vergelijken met de wilde voorouder en de bij die wilde voorouder gebaseerde risicoclassificatie. In de bijlages wordt genomen waarom dit volgens KleindierNed onterecht is.

Conclusie

KleindierNed trekt in het laatste punt in de brief de conclusie dat het damhert en de genoemde kleine knaagdieren opnieuw beoordeeld zouden moeten worden. Daarnaast moet het Toetsingskader nog eens bekeken worden omdat het niet helemaal aansluit bij de realiteit.

En nu?

Nu is het nog steeds afwachten. Het is niet anders…

%d bloggers liken dit: